Vaccineren

Je huisdier inenten tegen veelvoorkomende ziektes is erg belangrijk. We kunnen ons voorstellen dat je niet precies weet wanneer je een jong dier voor het eerst moet vaccineren, of hoe vaak je huisdier gevaccineerd moet worden. We geven je graag meer informatie.

Dijkstra dierenkliniek Arnhem vaccinatie

Als je je dier niet inent, kan het heel ziek worden. Het doormaken van een ziekte gaat meestal gepaard met ernstige ziekteverschijnselen. Daarom is het erg belangrijk om je dier in te enten.

Net als bij mensen wordt er bij het inenten van een dier een beetje (verzwakte) levende of gedode ziekteverwerkers in het lijf van je huisdier ingebracht. Omdat de ziekteverwekkers niet zo sterk zijn, zal je dier hier niet echt ziek van worden. Wel kan het voorkomen dat je dier eventjes niet zo lekker is door de vaccinatie.

Nadat je huisdier is ingeënt, maakt het lijf van je dier namelijk een zelfde soort proces door als het zou doormaken als je dier besmet zou raken met de ziekte. Het lijf van je maatje gaat namelijk afweerstoffen maken tegen de ziekte. Daardoor is je dier voor een bepaalde periode beschermd.

Wil je weten wat voor vaccinaties jouw huisdier nodig heeft, klik hieronder dan op de knop die past bij jouw dier.

Hond

Het vaccineren van je hond is belangrijk, omdat het maakt dat hij beschermd is tegen ziektes die vervelend of zelfs gevaarlijk zijn voor je huisdier. 

DSC vaccinatie hond

Tegen welke ziekten wordt mijn hond gevaccineerd?

Besmettelijke leverziekte (hepatitis)
Besmettelijke leverziekte wordt veroorzaakt door een virus, dat in het lichaam allerlei schadelijke effecten veroorzaakt. Het belangrijkste effect is ontsteking van de lever. De ziekte kan bij dieren van alle leeftijden voorkomen. Soms is het verloop mild, in andere gevallen worden dieren ernstig ziek en kunnen zelfs sterven.

Parvo
Een Parvo virusbesmetting wordt gekenmerkt door het optreden van ernstige, bloederige diarree en braken. Dit leidt tot verlies van (veel) vocht waardoor uitdroging ontstaat. Tevens gaat een Parvo virusinfectie gepaard met een sterk afgenomen afweer tegen andere ziekten. Parvo komt vooral bij jonge dieren voor. Zelfs bij een goede behandeling is het lang niet zeker dat de patiënt herstelt.

Ziekte van Weil (leptospirose)
De ziekte van Weil is bij de meeste mensen een bekend begrip omdat de ziekte ook bij de mens kan voorkomen. Het belangrijkste verschijnsel is een nierontsteking. Bij leptospirose worden bacteriën via de urine uitgescheiden en vooral via (zwem)water van het ene naar het andere dier ver gedragen.

Leptospirose is een gevaarlijke ziekte en kan, vooral wanneer te laat wordt ingegrepen, tot de dood leiden.

Kennelhoest
Kennelhoest is een aandoening die door verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kan worden. Kennelhoest treedt meestal op nadat de hond intensief in contact is geweest met andere honden (in een asiel, in een pension, op een tentoonstelling of op een gehoorzaamheidscursus). Enkele dagen later krijgt de hond een droge, hardnekkige hoest die vaak gepaard gaat met kokhalzen en braken. Deze verschijnselen kunnen enkele weken aanhouden.

Hondsdolheid (rabiës)
Hondsdolheid tast de hersenen aan. Honden met rabiës vertonen een ander gedrag dan ze voorheen hadden.  Dieren sterven vrijwel zonder uitzondering binnen zeven dagen na de openbaring van de verschijnselen. Hondsdolheid is een zogenaamde zoönose en veroorzaakt ook bij de mens voor een dodelijk verlopende ziekte.

Wanneer is de eerste vaccinatie nodig en wanneer de herhalingsvaccinaties?

Het beste tijdstip voor een vaccinatie hangt af van verschillende factoren, namelijk:

  • De leeftijd van de hond. Bepaalde ziekten komen vooral bij jonge honden voor, andere bij honden van elke leeftijd en jonge dieren reageren anders op vaccinaties dan oudere dieren.
  • Of de hond nog drinkt bij zijn moeder. Jonge dieren worden tot een bepaalde leeftijd beschermd door antilichamen (afweerstoffen) verkregen via de moedermelk.
  • Tegen welke ziekte je huisdier ingeënt moet worden. Er bestaan verschillen tussen ziekten en tussen de eigenschappen van de verschillende vaccins.
  • De omstandigheden waarin je hond verkeert. Onder bepaalde omstandigheden (pension, tentoonstelling, hondenschool) bestaat een grotere kans op besmetting.

Deze redenen maken dat het niet mogelijk is om één vaccinatieadvies te geven dat voor alle honden geldt. Overleg dus met ons over de situatie waarin je huisdier verkeert en ook over de eigenschappen van de vaccins waarmee wij werken. Bespreek welke vaccinaties belangrijk zijn en op welke momenten (i.v.m. vakantie naar het buitenland of verblijf in een pension) de vaccinaties het best kunnen worden gegeven.

Gezondheidscontrole

Voorafgaand aan de vaccinatie wordt algehele gezondheid van de hond uitgebreid gecontroleerd.

Kat

Door katten te vaccineren voorkomen we veel (vaak dodelijke) ziekten bij deze huisdieren. Vandaag de dag hebben we ziekten zoals kattenziekte en rabiës goed onder controle.

Als we zouden stoppen met vaccineren dan is het slechts een kwestie van tijd voordat deze ziekten weer de kop opsteken. Laten we niet vergeten dat de virussen er altijd zullen zijn en een continue bedreiging vormen.

Tegen welke ziektes wordt mijn kat gevaccineerd?

Kattenziekte
Kattenziekte komt het meest voor bij jonge katten. De ziekte openbaart zich door verschijnselen als ernstige buikpijn, braken, diarree en uitdroging. De dieren hebben koorts en maken een zieke indruk. Door de verminderde weerstand kunnen andere infecties (bijvoorbeeld van de luchtwegen) het ziektebeeld verergeren.

Niesziekte
Niesziekte (een soort verkoudheid bij katten) is een aandoening waarbij sprake is van een ontsteking van de voorste luchtwegen. Verschillende virussen en bacteriën spelen een rol. De verschijnselen kunnen variëren.

Zo kan de ziekte beperkt blijven tot niezen en wat hoesten met waterige neus- en ooguitvloeiing. Maar er kan ook sprake zijn van koorts met ernstige neus- en ooguitvloeiing en eventueel blaasjes op de tong. Vaak treden er complicaties op, zoals bronchitis en/of longontsteking. Niesziekte komt met name voor op plaatsen waar katten intensief met elkaar in contact kunnen komen, zoals in catteries, pensions en bij bezoek aan kattententoonstellingen.

Bordetella Bronchiseptica (Bb)
Toch kunnen katten, ondanks het feit dat ze gevaccineerd zijn, nog steeds niesziekte krijgen. Behalve door virussen kan niesziekte namelijk ook veroorzaakt worden door een bacterie met de naam ‘Bordetella bronchiseptica’ (Bb).

Het is helaas lastig te achterhalen bij een kat met niesziekte of er sprake is van een virusinfectie of een infectie met Bb. Wel is duidelijk dat de bacteriële niesziekte net zo ernstig kan zijn als de vorm die door virussen wordt veroorzaakt.

Katten die gevaccineerd zouden moet worden zijn:

  • Katten uit huishoudens met 2 of meer katten
  • Katten die naar buiten gaan
  • Katten die naar een kattenpension gaan
  • Katten in catteries of in een asiel
  • Katten die kattenshows bezoeken
  • Katten die contact hebben met honden die recent een luchtwegaandoening hebben gehad

Hondsdolheid (rabiës)
Het rabiësvirus wordt vooral via speeksel (bijten) overgebracht, waarna het via zenuwen de hersenen aantast. Een kat met rabiës zal meestal wegkruipen en slechts bij uitzondering andere dieren of mensen bijten.

Toch bestaat de kans dat katten besmet worden en gezien het dodelijke verloop van de ziekte is het noodzaak dat katten worden gevaccineerd als er gevaar bestaat voor besmetting met rabiës.

Om een dier te vaccineren moet het volledig gezond zijn. Daarom is vaccineren in combinatie met een gezondheidscontrole erg belangrijk. Tijdens deze controle wordt je huisdier helemaal nagekeken en worden eventuele problemen vroegtijdig opgespoord.

Dit is goed voor jou want het kan je onnodige kosten besparen, maar het is vooral goed voor je huisdier. Zo kunnen onnodig lijden en pijn voorkómen worden. Want ook bij huisdieren geldt: voorkomen is beter dan genezen.

Nieuwe ontwikkelingen

Voor bepaalde vaccins is wetenschappelijk bewezen dat de werkingsduur drie  jaar is. Door voor deze vaccins te kiezen, kunnen katten met één injectie drie jaar lang beschermd worden tegen volgende virusinfecties: kattenziekte en hondsdolheid. Dit is goed nieuws voor jou en je kat! We mogen echter niet vergeten dat je kat nog wél jaarlijks gevaccineerd moet worden tegen niesziekte.

Konijn

vaccineren konijn

Ook voor konijnen is het van groot belang om ze jaarlijks te laten vaccineren. Tijdens deze vaccinatie wordt ook de jaarlijkse gezondheids controle uitgevoerd. Je konijn wordt door onze dierenarts van neus tot staart helemaal nagekeken en indien nodig worden de nageltjes geknipt.

Sinds het voorjaar van 2020 is er een nieuw vaccin op de markt dat konijnen een jaar lang bescherming geeft tegen Myxomatose en RHD type 1 en 2. Dit vaccin kan vanaf een leeftijd van 8 weken, op ieder willekeurig moment gegeven kan worden.

Myxomatose en RHD

Myxomatose en rabbit haemorrhagic disease (afgekort RHD) zijn twee ernstige (maar goed te voorkomen) besmettelijke ziekten bij konijnen.

Wat zijn de symptomen?

Myxomatose
Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus. Als een dier besmet is, zien we dat het eerst aan dikke, vochtige zwellingen op de kop en de snuit. Andere klassieke symptomen zijn ‘slaperige ogen’, opgezwollen lippen, kleine zwellingen aan de binnenkant van het oor en dikke zwellingen rond de anus en geslachtsdelen. Binnen een paar dagen kunnen de zwellingen rond de ogen zo ernstig worden dat ze blindheid kunnen veroorzaken.

Eten en drinken worden steeds moeilijker en gewoonlijk leidt de ziekte binnen 2 weken tot de dood.

RHD
RHD wordt ook door een virus veroorzaakt. Dit is een ander virus dan Myxomatose. Ook het verloop van de ziekte is heel anders. De meeste met RHD besmette konijnen sterven
zeer snel, zonder dat er sprake is van zichtbare ziekteverschijnselen. Afgezien van een periode van een paar uur waarin ze sloom en lusteloos zijn.

Bij konijnen die langer blijven leven, kunnen de symptomen sterk variëren. Mogelijke symptomen zijn koorts en stuiptrekkingen, waarna het konijn in een dodelijk coma terechtkomt. In sommige gevallen wordt vlak voor de dood nog bloederige afscheiding uit de neus waargenomen.

Sinds 2015 speelt ook een andere variant van RHD een rol, het zogenaamde RHD type 2 virus. Tot het voorjaar van 2020  beschermde de reguliere jaarlijkse enting tegen myxomatose en RHD niet tegen deze variant. Voor deze variant was een speciaal vaccin (Cunipravac®) beschikbaar, wat na 6 weken geboosterd moest worden en elk half jaar moest worden herhaald. Gelukkig is er sinds mei 2020 een combinatie vaccin beschikbaar welke een jaarlijkse bescherming geeft tegen Myxomatose, RHD type 1 en RHD type 2. Deze kan vanaf 8 weken leeftijd gegeven worden en hoeft niet geboosterd te worden. 

Loopt mijn konijn risico?

Alle konijnen kunnen met myxomatose en RHD worden besmet, zowel binnen- als buitenkonijnen.

Hoe worden de ziekten verspreid?

Myxomatose
Myxomatose wordt vooral overgebracht door bloedzuigende insecten zoals muggen en vlooien. Echter kan dit virus ook door direct contact tussen konijnen (bijvoorbeeld contact met een besmet wild konijn) verspreid worden.

RHD 1 en 2
Ook de beide types RHD virus kunnen overgebracht worden door direct contact met besmette wilde konijnen of stekende insecten. Daarnaast kan dit virus ook maanden in de omgeving overleven en zo via groenvoer, stro, hooi of besmette kleding je konijn besmetten.

Hoe snel wordt mijn konijn ziek?

Myxomatose
Bij myxomatose duurt het over het algemeen 5 tot 14 dagen voordat de symptomen van de ziekte zichtbaar worden.

RHD 1 en 2
Bij met RHD besmette konijnen treedt sterfte meestal 2 à 3 dagen na infectie op. Bij veel besmette dieren worden voorafgaand aan hun plotse dood geen duidelijke symptomen gezien.

Wat is de overlevingskans voor konijnen na besmetting?

Myxomatose
Konijnen kunnen myxomatose overleven, hoewel hun kansen niet groot zijn. Over het algemeen leidt een myxomatose-infectie binnen 2 weken tot de dood. Een hoge omgevingstemperatuur,
antibiotica en een goede verzorging blijken de beste behandeling te zijn bij myxomatose. Ook moeten pijnstillers gebruikt worden om de pijn te bestrijden. Slechts 10% van de konijnen overleeft een infectie.

RHD 1 en 2
Bij met RHD besmette konijnen is behandeling meestal niet mogelijk wegens het snelle en dodelijke verloop.

Hoe kunnen deze ziekten worden bestreden?

  • Voorkom contact met wilde konijnen
  • Voorkom zoveel mogelijk contact met muggen en vlooien (door sprays en druppels voor vlooien en insectenwerende strips, netten (klamboes) en een droge kooi bij muggen)
  • Door je konijnen jaarlijks tegen myxomatose én RHD1 en 2 te vaccineren