Huisdier aan-schaffen

Als je hebt besloten dat je een huisdier wilt (of je kinderen je eindelijk hebben overtuigd ;-)), kunnen we ons voorstellen dat je niet meteen weet wat een handige eerste stap is. Welke diersoort past het beste bij jou en je familie? Een hond, kat, konijn of ander knaagdier? 

Zodra je hebt besloten welk soort dier je in huis wilt halen, komen er nog meer vragen op. Je hoort tegenwoordig best veel over fokkers die dieren niet goed behandelen. Bij zo iemand wil je je nieuwe vriendje natuurlijk niet kopen. Maar ga je dan naar de dierenwinkel of naar het asiel of de opvang? En hoe weet je welk van de dieren bij de fokker/in de winkel/bij het asiel/in de opvang bij je past?

Als dierenartsen hebben wij veel kennis. Ook op het gebied van de aanschaf van een nieuw dier. Daarom vertellen we je graag wat meer over do’s en don’ts en dingen waar je op kunt letten bij het aanschaf van je nieuwe huisdier. 

Kies over welke diersoort je meer informatie wilt en wij vertellen je meer: 

Wanneer je overweegt een hond aan te schaffen is het van belang dat je je in een aantal zaken verdiept. Wat houdt de verzorging van een hond in? Hoeveel tijd zal het je kosten? Welke hond past bij jou en je gezin? Er is vaak een verschil tussen welke honden je mooi vindt om te zien en welke honden bij je persoonlijkheid of gezinssituatie passen.

Let op waar je je pup koopt. Zielige pups in een achteraf schuurtje zullen zeker je hart breken en je vertederen. Maar wanneer je zo’n puppy mee naar huis neemt en ervoor betaalt zorg je ervoor dat deze fokker op deze manier door kan gaan. Veel broodfokkers verdienen zo hun geld. Koop liever een pup bij een gerenommeerde fokker waarbij je duidelijk kunt zien dat hij investeert in het welzijn van zijn dieren.

Het beste kies je de pup die zich vriendelijk gedraagt en niet bijterig is. Het is absoluut niet erg wanneer een pup eerst even de ‘kat uit de boom’ kijkt en zich wat later bij je meldt. Pups die zich nu al erg dominant en erg zeker gedragen hebben wat meer potentie om agressie te ontwikkelen. Pups die nu al erg bang zijn hebben meer potentie zeer aanhankelijk te zijn of zich te ontwikkelen tot angstbijters. Bij beide is het in ieder geval van belang goed na te denken of een dergelijk type hond bij je past.

Verder heeft een lichamelijk gezonde pup:

• Schone oren zonder korsten en geen last van overmatig veel zwarte oorsmeer.
• Een mooi aansluitend gebit. Een over- of onderbeet kan leiden tot gebitsafwijkingen.
• Heldere schone ogen zonder uitvloeiing.
• Een schone neus zonder uitvloeiing.
• Een schone aaneengesloten glanzende vacht zonder overmatige schilfering en zonder vlooien en vlooienpoepjes (kleine zwarte ‘korreltjes’ tussen de haren).
• Een schone achterhand. Een achterhand met korsten kan een aanwijzing zijn voor diarree.

Wij adviseren je in de eerste week met je nieuwe pup naar de dierenarts te gaan voor controle. De dierenarts kan dan kijken of de pup inderdaad gezond is. Er vindt dan een controle van het hart, de longen, het verhemelte, de buik en het gebit van de pup plaats. Ontdekken we nog problemen, dan kan je de fokker hier nog op aanspreken.

In de negende week moet de dierenarts je pup vaccineren. Zie hiervoor onze pagina over vaccineren.

•  Schone oren zonder korsten en geen last van overmatig veel zwarte oorsmeer.
• Een mooi aansluitend gebit. Een over- of onderbeet kan leiden tot gebitsafwijkingen.
• Heldere schone ogen zonder uitvloeiing.
• Een schone neus zonder uitvloeiing.
• Een schone aangesloten glanzende vacht zonder overmatige schilfering en zonder vlooien en vlooienpoepjes (kleine zwarte “korreltjes tussen de haren”).
• Een schone achterhand; een achterhand met korsten kan een aanwijzing zijn voor diarree.
• Het kitten is alert, speels en nieuwsgierig.
• Het kitten is niet mager met een bolle buik (dat kan wijzen op wormen).

We adviseren je om in de eerste week met je nieuwe kitten naar de dierenarts te gaan voor controle. De dierenarts kan dan kijken of het kitten gezond is.

Iedere kitten, ongeacht hygiëne in huis of regelmatige ontworming van de moederpoes, krijgt via de moedermelk wormen binnen. Álle kittens hebben dus wormen. Het is daarom aan te raden je kitten als hij 5, 7 en 9 weken is te ontwormen. Daarna worden ze elke maand ontwormd tot de leeftijd van een half jaar. Volwassen dieren moeten vier keer per jaar ontwormd worden. Als u een raskat neemt, vraag dan na bij de fokker of het kitten ontwormd is en informeer ook naar het ontwormingsproduct. Wij kunnen je vertellen welk product geschikt is.

Tot de leeftijd van ongeveer 9 weken zijn de kittens nog beschermd tegen ziekten door het drinken van de moedermelk. Deze bescherming neemt na verloop van tijd af, waarna we bij de dierenarts door vaccinaties deze bescherming weer verlengen. De kittens worden gevaccineerd tegen kattenziekte en niesziekte als ze 9 en 12 weken oud zijn.

Wij raden aan een kitten niet al te jong in huis te nemen. Veel fokkers van raskatten geven de kittens pas mee als ze 13 weken oud zijn. Dat heeft ermee te maken dat de kitten op die leeftijd goed gesocialiseerd is, volledig gevaccineerd en ontwormd naar zijn nieuwe huis kan en vaak ook al gechipt is.

Konijnen zijn ontzettend leuke huisdieren die op  veel verschillende manieren makkelijk te verkrijgen zijn. Let wel goed op bij het aanschaffen van een konijn. Bij dierenwinkels kan het voorkomen dat het personeel weinig kennis heeft over konijnen. Soms worden mannetjes en vrouwtjes (rammelaars en voedsters) dan door elkaar gehaald en dus samen in een hok geplaatst. Met alle gevolgen van dien. Plots ben je in het bezit van 5  of meer konijnen! Het is dus belangrijk dat je uit meerdere bronnen informatie verzamelt. Uiteraard kan je altijd bellen met de kliniek voor advies.

Konijnen zijn echte groepsdieren. Ze leven niet graag alleen. Houd daarom minstens twee konijnen samen in een hok. Als je twee mannetjes neemt, is de kans groter dat er vechtpartijen uitbreken als de heren volwassen worden. Een ongecastreerd mannetje en een vrouwtje in een hok geeft hele andere gevolgen: jonge konijntjes!

Twee vrouwtjes, twee gecastreerde mannetjes of een vrouwtje en een gecastreerd mannetje kunnen in de regel wel probleemloos samenleven, zeker als ze op neutraal terrein (dus rustig buiten het hok) aan elkaar kunnen wennen. Zet echter nooit twee vreemde volwassen konijnen zomaar bij elkaar. Die kunnen elkaar flink verwonden.

Babykonijntjes zijn heel schattig – veel kinderen en volwassenen vinden zo’n klein jong bontballetje onweerstaanbaar. Probeer je daardoor niet te laten misleiden. Konijnen zijn maar een paar weken klein. En beginnen ze eenmaal lekker te groeien dan zijn ze binnen een paar maanden groot.

Schaf je een konijn aan voor je kinderen, bedenk dan goed of je zelf verder voor het diertje wil blijven zorgen wanneer de kinderen het eventueel zouden laten afweten. Konijnen kunnen namelijk best oud worden.

Zoek je een bepaald  ras, dan kun je het beste naar een erkend fokker gaan en daar eens een kijkje nemen. Kijk daarbij vooral goed hoe de moederdieren eruit zien en hoe de dieren gehuisvest zijn. Op die manier kan je zelf al snel zien of het hier om een liefhebber gaat.

Nog beter is het om een bezoek aan een konijnenopvang of een asiel te brengen. Daar zitten vaak heel leuke konijnen te wachten op een baasje. Vaak zijn deze dieren al wel volwassen maar op die manier kan je er 100% zeker van zijn dat ze niet groter worden. Ook is het geslacht heel duidelijk te bepalen en vaak is het karakter ook al vast te stellen. Want jonge konijntjes zijn niet automatisch knuffeldieren als ze volwassen zijn.

Wanneer je je nieuwe konijnen mee naar huis neemt, breng dan binnen een week een bezoekje aan de dierenarts voor een gezondheidscontrole en eventueel de nodige vaccinaties.

Huisvesting

Een konijn moet in zijn hok kunnen huppen en rechtop kunnen zitten. Konijnen kan je prima buiten houden. Als ze buiten gewend zijn, ontwikkelen ze een wintervacht waarmee ze stevige vrieskou kunnen weerstaan.

Zorg er wel voor dat het konijn zich warm kan ingraven in bijvoorbeeld een dikke laag stro en dat het binnenhok water- en zeker ook winddicht is. Plaats het hok zo dat er geen koude wind in kan blazen en dat het konijn zomers de schaduw op kan zoeken. Konijnen kunnen niet tegen grote temperatuurschommelingen.

Voeding

Konijnen moeten onbeperkt vers water kunnen drinken. Een konijn heeft behoeft aan veel vezels. Die zitten vooral in ruwvoer zoals hooi en stro. Geef je konijn daarom elke dag onbeperkt hooi. Hooi moet echt het hoofdvoedsel van je konijn zijn. Naast hooi kun je wat hardvoer geven. Daarvan zijn veel soorten te koop die voor je konijn niet zo goed zijn. Raadpleeg ons daarom voor advies.

Er zijn een aantal goede merken op de markt die zowel in de winkel als bij de dierenarts te koop zijn. Gemiddeld (dit ligt aan het soort brokjes) mag een konijn 20 gram brokjes per kilogram lichaamsgewicht per dag eten.

Je mag konijnen ook gras en groenten geven. Die bevatten net als hooi veel vezels, maar konijnen moeten wel wennen aan dit soort eten. Geef ze dus eerst een klein beetje gras of groente om diarree te voorkomen. Niet elke groente is geschikt; van gasvormende groenten zoals kool en prei kan je konijn erg ziek worden. Controleer dus altijd eerst goed of konijnen een bepaalde soort groente mogen eten (door het na te vragen aan ons, of het eventueel op internet op te zoeken). Fruit en brood vinden konijnen erg lekker, maar dit zijn echte dikmakers. Ook veroorzaken deze dingen vaak diarree.

Konijnen eten ook een deel van hun keutels. Meestal gebeurt dat ’s nachts. Dit zijn de zogenaamde blindedarmkeutels,. Die eten konijnen direct uit de anus op. Dit noemen we caecotrophie. Dit is heel normaal en zelfs goed voor je konijn! In deze ontlasting zitten namelijk onmisbare voedingsstoffen. Vind je deze zachte, glimmende trosjes keutels vaak terug in het hok, dan is de kans groot dat je konijn teveel voer krijgt. Daardoor eet hij nachtkeutels niet meer op. Het is belangrijk om de hoeveelheid voeding dan aan te passen, zodat je konijn de belangrijke voedingsstoffen wel binnenkrijgt.

Cavia’s zijn knaagdieren die met goede verzorging zeker 5-8 jaar oud worden. Er zijn zelfs cavia’s die ouder dan 10 worden.

Als je graag een cavia wilt, is het belangrijk om je te realiseren dat het eigenlijk verstandig is om altijd twee cavia’s te nemen. Het zijn namelijk echte groepsdieren.

Let op dat de jonge cavia die je uitzoekt niet jonger is dan 6 weken! Verder moet het een actief diertje zijn met schone oortjes, oogjes en neus. Ook moet de cavia een gezonde vacht hebben, niet te mager zijn en stevige ontlasting hebben. Een laatste aandachtspunt is dat de tandjes van de cavia recht moeten staan.

Je kunt niet zomaar twee cavia’s bij elkaar zetten. Vrouwtjes (zeugjes) kunnen goed met elkaar overweg. Mannetjes (beertjes) kunnen met elkaar gaan vechten als ze vrouwtjes kunnen zien of ruiken. Castratie kan dan helpen. Een zeugje en een beertje kunnen ook goed samen. Het is dan wel belangrijk het mannetje te castreren. Anders heb je binnen de kortste keren meer dan twee cavia’s rondlopen. 😉

Een cavia alleen maar nemen omdat het zo leuk is voor de kinderen is niet altijd het juiste uitgangspunt. Verzorging en verantwoordelijkheid nemen wanneer het diertje ziek wordt is ook jouw taak.

Huisvesting

Een schoon en ruim hok is belangrijk voor je cavia’s. Hoe groter hoe beter, maar het hok moet minstens 80 x 50 cm zijn voor één cavia, daarna komt er 30 cm bij voor iedere cavia die je erbij zet. Zorg in het hok voor plekjes waar de cavia’s in en onder kunnen schuilen en waar ze ‘s nachts in kunnen slapen.

Zet het hok in de buurt van daglicht maar zo dat het er niet te warm kan worden. Ook moet je de kooi nooit op de grond zetten, want optrekkende kou is erg slecht voor de gezondheid van de cavia. Zet het hok dus minstens 20 cm van de grond.

Het is het leukste voor de cavia’s en voor jezelf om ze binnen te houden. Zet de kooi op een plek waar je je cavia’s kunt bekijken, zodat je ook snel in gaten kunt hebben wanneer er iets niet in orde is. Laat de cavia’s ook regelmatig uit de kooi zodat ze lekker kunnen scharrelen. Houd ze dan wel goed in de gaten!

Gebruik als bodembedekking in het hok zaagsel (niet van naaldbomen!) en hieronder kranten. Er zijn ook andere bodembedekkers, zoals houtkorrels, hennepvezels, stro of papiersnippers. Minstens eenmaal per week moet de kooi helemaal verschoond worden.

Voeding

Een cavia is een herbivoor (planteneter). De voeding van een cavia bestaat uit hooi, hard voer, groenvoer en vitamine C. Al deze componenten moeten ze elke dag krijgen.

Tegenwoordig zijn er veel soorten caviavoer op de markt. Laat je goed voorlichten met betrekking tot de kwaliteit. Hiervoor kun je uiteraard altijd bellen met ons bij Dijkstra Dierenkliniek. 

LET OP: geef een cavia alleen caviavoer en geen konijnenvoer! Omdat cavia’s zelf geen vitamine C kunnen aanmaken, is het belangrijk om ze naast de brokjes elke dag een tabletje vitamine C te van 50 mg te geven. Vitamine C druppels en de vitamine C die aan caviavoeding is toegevoegd, is niet stabiel genoeg. Als je dit geeft, krijgen je cavia’s niet genoeg vitamine C binnen. Dat heeft op den duur ernstige gevolgen, zoals gebitsproblemen, spierzwakte, slechte vacht, bloedingen, vermagering, diarree, enzovoorts.

Cavia’s mogen in principe alle groente en fruit eten. Zorg hierbij altijd voor voldoende variatie. Hooi moet onbeperkt gegeven worden, want dat is heel belangrijk voor de maag- en darmfunctie en voor het gebit van een cavia. 

Ratten zijn erg tamme, sociale huisdieren die veel spelen en goed om gaan met kinderen. Ze worden gemiddeld 2 jaar oud.

Ratten zijn groepsdieren en ze moeten minimaal met zijn tweetjes in een hok zitten. Anders gaan ze zich vervelen en kunnen ze zelfs agressief worden. Het maakt niet uit hoeveel aandacht je aan een eenzame rat geeft; hij blijft zijn soortgenoot missen.

Houdt er rekening mee dat met name kleinere kinderen snel uitgekeken zijn op zo’n diertje. Het is dus belangrijk dat jij het ook leuk vindt om ratten te verzorgen en aandacht te geven.

Je kunt het beste rittens (jonge ratjes) kopen van dezelfde leeftijd. Ze spelen en wassen elkaar en houden de rangorde in stand.

Kies altijd rittens van hetzelfde geslacht. Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje is duidelijk te zien, ook als ze jong zijn. Mannetjes hebben namelijk heel duidelijk zichtbare testikels.

Welk geslacht je kiest is aan jou. Mannetjesratten zijn rustiger en aanhankelijker dan vrouwtjes, ze zijn zelfs een beetje lui. Vrouwtjes daarentegen zijn nieuwsgieriger en ondernemender en kunnen niet lang stilzitten.

Als je rittens uit een nest koopt, denk er dan aan dat ze niet jonger zijn dan 5 weken! Liefst minimaal 6 weken, want dan kunnen ze een nieuwe kennismaking beter aan en zijn ze ook minder angstig voor een nieuwe omgeving. Mocht je al andere ratten hebben, laat ze dan op neutraal terrein kennismaken met de nieuwe rat. Anders krijgen ze ruzie.

Let er verder op dat de ratjes droge ogen hebben. Vochtige ogen wijst vaak op een verkoudheid. Als ze niezen is dit vaak een teken van verkoudheid of longaandoening. Tanden en nagels mogen niet te lang zijn.

Huisvesting

Een schone en ruime kooi is erg belangrijk voor ratten. De minimale afmeting van een kooi is 70x45x60 cm zijn. Hier mogen maximaal 2 ratten in. Hoe meer ratten je in de kooi hebt, hoe groter de kooi moet zijn. Twijfel je of de kooi die je hebt groot genoeg is? Neem dan even contact met ons op.

De meeste ratten worden in traliekooien gehouden. Die hebben namelijk als voordeel dat er geen nare luchtjes in blijven hangen waar de dieren last van hebben. De tralies van zo’n kooi mogen natuurlijk niet te ver uit elkaar staan, anders kunnen de ratten ontsnappen. Verder mag een kooi niet in de zon, niet naast de centrale verwarming/kachel en niet in de tocht staan. Het nadeel van de tralies  is namelijk dat je ratten al snel op de tocht staan en dat is niet goed voor hun gezondheid.

De kunststof bak aan de onderkant van de kooi moet elke week een grondig sopje krijgen, omdat er anders ammoniakluchtjes achterblijven. Vanwege de gevoelige luchtwegen van ratten kunnen ze dan gezondheidsproblemen krijgen.

Voeding

Ratten zijn omnivoren (net zoals mensen), dus ze eten planten en vlees. Naast de gewone brokjes kun je ze dus verschillende extra’s geven:

Een eitje, een paardenbloem, een stukje kip of een hazelnootje. Je doet ze ook een groot plezier door ze vers fruit en groente te geven. Hier zitten veel vitamines in.

Zorg voor compleet rattenvoer, hier zit alles in wat ze nodig hebben. Let op! Jonge ratten moeten voer krijgen waar dierlijke eiwitten in zitten! Bijvoorbeeld Reggie Rat van Supreme, Science selective van Supreme. 

De Hamster is een klein knaagdier dat vooral ’s nachts actief is. Er zijn veel verschillende soorten hamsters, zoals:

• Dwerghamsters
  • Russische dwerghamster
  • Campbelli dwerghamster
  • Campbelli dwerghamster
  • Chinese dwerghamster
• Syrische hamsters (ook wel goudhamsters genoemd)
• Wilde hamsters (zoals de Korenwolf)

De meeste hamsters worden zo rond de 2 à 3 jaar oud. Behalve de Chinese dwerghamster, die kan wel 4 jaar oud worden.

Het hebben van een hamster heeft voor- en nadelen in vergelijking met andere huisdieren. Hamsters zijn goedkoop en hebben een minder uitgebreide verzorging nodig dan bijvoorbeeld een hond. Ook zijn ze erg leuk om naar te kijken en heel lief. Maar hamsters zijn vanwege hun formaat niet zo geschikt als ‘knuffeldier’ en het zijn bovendien nachtdieren. Dus als de kinderen naar bed gaan worden de hamsters meestal wakker!

Als je een hamster koopt, moet je erop letten dat hij tussen de 5-7 weken oud is en gescheiden van het andere geslacht heeft geleefd. Anders heb je kans dat je met een zwanger hamstervrouwtje thuiskomt. Ook moet je goed kijken of de hamster alert is en heldere ogen en een glanzende vacht heeft.

Huisvesting
In dierenwinkels zijn veel soorten hamsterkooien te koop. De minimale maat voor een dwerghamster is 50×40 cm. Voor grotere hamsters is dit minimaal 60×40 cm.

De meeste hamstersoorten zijn solitaire dieren. Het is daarom verstandig om hamsters alleen te houden. Enkele soorten dwerghamsters kunnen als koppel gehouden worden, vraag hiernaar bij de dierenwinkel.

In kooien die vooral uit glas of plastic bestaan, is meestal te weinig lucht voor de hamster. Daardoor kan hij last krijgen van oververhitting, zuurstofgebrek of luchtwegproblemen. Zorg dus voor een kooi waar genoeg lucht naar binnen kan, bijvoorbeeld een kooi met tralies. Plaats de hamsterkooi op een droge plek waar de temperatuur constant is (niet te dicht bij een kachel of bij een deur).

Als bodembedekking kun je het beste kiezen voor fijn materiaal, bijvoorbeeld zaagsel. Daarnaast is het belangrijk dat de hamster iets heeft om een nest mee op te bouwen, bijvoorbeeld hooi of speciaal hamster-nestmateriaal.

Daarnaast heeft een hamster ook een voerbakje, een drinkflesje, een slaaphuisje en wat speeltjes nodig. Qua speeltjes kun je denken aan een looprad in de kooi, eventueel een loopbal waar de hamster mee door de kamer heen kan lopen of simpele dingen zoals een toiletpapierrolletje.

Voeding
Zorg voor volledig voer en voldoende variatie. Let er ook op dat je hamster niet kieskeurig wordt en alleen de lekkere dingen uit zijn voer vist. Als een hamster dat doet, krijgt hij niet alle vitaminen binnen die hij nodig heeft. Supreme selective heeft goede voeding voor hamsters.